Standby-modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens door de gebruiker
zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
Selectietoetsen in de standby-modus zijn
Menu
en
Namen
.
xxxx
Geeft aan welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt.
Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk,
des te sterker het signaal.
Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de capaciteit van de
batterij.
Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
De telefo
on
23
De telefo
on
Overige belangrijke indicatoren in de standby-modus:
Geeft aan dat u een of meer tekst- of afbeeldingberichten hebt ontvangen. Zie Een gewoon
bericht of e-mailbericht lezen en beantwoorden op pagina 57.
Geeft aan dat u een of meer spraakberichten hebt ontvangen. Zie Spraakberichten op pagina
60.
Geeft aan dat de toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd. Zie Toetsenblok blokkeren op
pagina 28.
De telefoon geeft geen belsignaal bij een inkomend gesprek of tekstbericht wanneer
Oproepsignaal
is ingesteld op
Stil
en
Berichtensignaaltoon
is ingesteld op
Uit
. Zie
Tooninstellingen op pagina 73.
De alarmklok is ingesteld op
Aan
. Zie Alarmklok op pagina 66.
De timer-functie is actief. Zie Timer-functie op pagina 97.
Alle spraakoproepen doorschakelen
is ingeschakeld: alle gesprekken worden doorgeschakeld
naar een ander nummer. Als u over twee telefoonlijnen beschikt, is
het
doorschakelpictogram voor de eerste lijn en
voor de tweede lijn. Zie Doorschakelen op
pagina 68.
Geeft aan dat uw gesprekken beperkt zijn tot een closed user group (netwerkdienst). Zie
Beveiligingsinstellingen op pagina 75.
Bluetooth is ingeschakeld. Zie Bluetooth (menu 11) op pagina 88.
Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag
24